Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [29]bouwde Jozua een altaar den HEERE, den God van Israel, op den berg [30]Ebal; 29. Te weten, nadat zij over de Jordaan gekomen waren, of nadat zij Ai hadden ingenomen. 30. Deze berg lag bij Sichem, gelijk te zien is Richt.9:7.